Omgevingsvergunning

Gaat u bouwen of verbouwen? Wilt u bijvoorbeeld een dakkapel of schutting plaatsen, een schuur, garage of zelfs een woning (ver)bouwen, dan heeft u meestal een omgevingsvergunning nodig.

Maar ook voor andere activiteiten kan een omgevingsvergunning nodig zijn. Zoals voor het kappen van een boom, het maken van een inrit, het veranderen van een monument, het gebruiken van gronden en gebouwen.

De Omgevingswet voegt al deze activiteiten samen tot ‘de omgevingsvergunning’. Vroeger werd gesproken over een kapvergunning, of een bouwvergunning, of een reclamevergunning, of een monumentenvergunning. Dat alles heet nu de omgevingsvergunning, voor bijvoorbeeld een monumentenactiviteit, of een technische bouwactiviteit .

Daarnaast zijn er nog activiteiten waar een melding voor nodig is, zoals voor het slopen van aan bouwwerk, het saneren van asbest in een gebouw het brandveilig gebruiken van een gebouw, het uitvoeren van een milieubelastende activiteit en het (technisch) bouwen van een bouwwerk.

Let op: Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging van kracht en is er veel veranderd.

De oude bouwvergunning is opgedeeld in twee delen:

  • Omgevingsplanactiviteit bouw ruimtelijk
  • Technische bouwactiviteit.

Het ruimtelijke deel gaat kortgezegd over de plaats, vorm, uiterlijk en functie van het bouwwerk. Dit noemen we de ‘omgevingsplanactiviteit bouwen’. Voor het ruimtelijke deel kan een omgevingsvergunning nodig zijn.

Het technische deel gaat (kortgezegd) over de technische regels waaraan het bouwwerk moet voldoen. Dit noemen we de ‘technische bouwactiviteit’. Voor het technische deel kan een melding of een vergunning nodig zijn.

De (oude) ‘bouwvergunning’ bestaat dus nu uit twee losse delen. Om na te gaan welke toestemming nodig is, zijn de regels dus ingewikkelder geworden. Ook kunt u met een conceptverzoek bij ons nagaan wat voor uw concrete bouwplan nodig is.

Of uw bouwplan werd goedgekeurd, hing eerst niet alleen af van wát u ging bouwen maar ook van wáár u ging bouwen. Oftewel: van technische eisen én omgevingseisen. Onder de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) zijn dit twee aparte activiteiten. Bouwen bestaat voortaan uit een technisch deel en een ruimtelijk deel. Deze scheiding noemen we 'de knip'.

Technisch deel

Bij de technische bouwactiviteit gelden de regels voor de technische bouwkwaliteit. Hierbij moet u denken aan de brandveiligheid, of goede ventilatie. De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) bepaalt dat de gemeente deze eisen niet langer van tevoren toetst, op basis van het bouwplan. Nu controleert een onafhankelijke kwaliteitsborger voor en tijdens de bouw, en bij oplevering.

Ruimtelijk deel

De Omgevingswet bevat regels voor de fysieke leefomgeving. Dit gaat over het beschermen van het milieu, de gezondheid, de natuur, de veiligheid en de bouw- en omgevingskwaliteit. Bouwplannen moeten getoetst worden aan het omgevingsplan. Er kunnen regels in staan die het bouwen verbieden, bijvoorbeeld om planten en dieren te beschermen.De gemeente blijft dit zelf controleren.

In de praktijk

In de praktijk betekent de knip dat u minder vaak een technische bouwvergunning nodig heeft. Wel kan het zijn dat er een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit nodig is.

Stel u wilt een dakkapel plaatsen. Voor het bouwen heeft u geen technische bouwvergunning nodig. Ook hoeft u geen bouwmelding te doen. Als de dakkapel aan de voorkant van uw huis komt, wel een omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit bouw nodig.

Heeft u een plan, check dan eerst via het Omgevingsloket of een vergunning en melding nodig is.

Heeft u een plan en wilt uw weten of dit mag? Heeft u een plan en wilt u weten of een vergunning of melding nodig is? Heeft uw een plan en wilt u weten of het haalbaar is? Voordat u een formele vergunningaanvraag indient, kunt u bij de gemeente via het Omgevingsloket kosteloos een conceptverzoek indienen.

Weet u al dat u een vergunning nodig heeft of dat u melding moet doen? Start een aanvraag via het Omgevingsloket.

Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning dient u bijlagen toe te voegen. Het is afhankelijk van de activiteit welke bijlagen nodig zijn.

Bereid uw aanvraag goed voor, want deze bijlagen zijn belangrijk. U kunt deskundigen vragen u te helpen bij het maken van de bijlagen. Een goed voorbereiding van de bijlagen draagt bij een snelle behandeling van uw aanvraag.

Als een aanvraag niet genoeg gegevens heeft, dan vragen wij om extra gegevens. U krijg dan een aantal weken de tijd om deze extra gegevens bij aanvraag te voegen.

In het omgevingsloket is bij veel activiteiten aangegeven welke bijlagen nodig zijn. In de Omgevingswet staat wat nodig is bij een aanvraag omgevingsvergunning.

Bij een reguliere procedure verloopt de aanvraag meestal via de volgende stappen:

  • Uw ingediende aanvraag wordt gepubliceerd op officielebekendmakingen.nl
  • Als uw aanvraag niet compleet is, krijgt u daarvan bericht
  • Uw complete aanvraag wordt inhoudelijk beoordeeld en getoetst aan de wettelijke eisen (Is wat u wilt mogelijk binnen de wet?)
  • U hoort binnen 8 weken of u een omgevingsvergunning krijgt. De tijd die u krijgt om uw aanvraag volledig te maken, wordt bij de beslistermijn opgeteld. De gemeente kan de beslistermijn eenmalig met 6 weken verlengen (bijvoorbeeld bij een herbeoordeling door de gemeentelijke adviescommissie).
  • Het besluit wordt gepubliceerd op officielebekendmakingen.nl. Belanghebbenden hebben dan nog maximaal 6 weken de tijd om bezwaar te maken. Komen er geen bezwaren, dan is de vergunning na deze bezwaartermijn definitief.

Complexe aanvragen (over het algemeen bouwplannen met ingrijpende gevolgen voor de omgeving) doorlopen soms de uitgebreide procedure. De beslistermijn is hiervoor 26 weken. Ook deze termijn kan de gemeente eenmalig met 6 weken verlengen. Voor meer informatie over de uitgebreide procedure kunt u contact opnemen met de gemeente.

Soms is participatie verplicht, of moet de gemeenteraad een advies geven over de aanvraag. Meer over participatie en het advies staat op onze pagina over participatie en adviesrecht.

Bij de behandeling van de aanvraag omgevingsvergunning volgen wij de wettelijke regels en procedures.

Voor de behandeling van een aanvraag omgevingsvergunning betaalt u kosten aan de gemeente. De hoogte van de kosten is afhankelijk van uw aanvraag. Na beoordeling van uw aanvraag wordt de hoogte bepaald op basis van de legesverordening.

Alle ingekomen aanvragen en verleende omgevingsvergunningen staan op officielebekendmakingen.nl

‘Berichten over uw Buurt’ informeert u over bekendmakingen van de overheid. Die gaan bijvoorbeeld over een vergunning voor het verhuren van een vakantiewoning, het kappen van een boom of het uitbreiden van een horecaterras. ‘Berichten over uw Buurt’ vindt u op overuwbuurt.nl.

Buren, omwonenden en andere belanghebbenden kunnen bezwaar indienen op uw plannen. Zij moeten bezwaar aantekenen binnen 6 weken na de dag dat de vergunning is verleend.

Bij een uitgebreide procedure wordt uw aanvraag eerst 6 weken ter inzage gelegd. Een ieder kan dan een zienswijze indienen. Voor de definitieve vergunning staat vervolgens 6 weken beroep open, waar belanghebbende die een zienswijze hebben gegeven, beroep kunnen aantekenen bij de Rechtbank Rotterdam.

U informeert de gemeente over het moment waarop gestart kan worden met de (bouw)werkzaamheden. Na afronding van de (bouw)werkzaamheden informeert u de gemeente opnieuw. Doe dit ruim op tijd. De startmelding moet minimaal 5 werkdagen vooraf. En de gereedmelding uiterlijk 1 werkdag na beëindiging van de werkzaamheden.

U kunt op twee manieren de start en de beëindiging van de werkzaamheden doorgeven aan de gemeente. Voor omgevingsvergunningen van voor 1 januari 2024 (Wabo) en daarna doet u dit online bij de gemeente.

Alleen bij de technische bouwwerkzaamheden (melding en omgevingsvergunning) doet u het melden van de startdatum en de einddatum in het Omgevingsloket.

In het omgevingsloket is dit de ‘bouwactiviteit (technisch)’ – Informatie (Rijk). In stap vier stap 4 in het omgevingsloket kunt u aangeven dat u bijvoorbeeld de startdatum doorgeeft.

Deze startdatum geeft u ruim vooraf aan de gemeente door. Dan kan bijvoorbeeld het uitzetten van de bouw en inrichten van de bouwplaats worden voorbereid.

Pas nadat u de startmelding heeft gedaan kunt u beginnen met de bouwwerkzaamheden. De startmelding heft een bouwverbod op. Houdt ook rekening met de gereedmelding van de ‘technische bouwactiviteit’. Deze heft het verbod tot ingebruikname op.

Omgevingsveiligheid

Bij bouwwerkzaamheden treft de uitvoerder van de werkzaamheden afdoende maatregelen om te voorkomen dat:

  • personen in de directe omgeving van het sloopterrein letsel oplopen
  • personen het bouwterrein onbevoegd betreden
  • de veiligheid van omliggende gebouwen en terreinen in gevaar komt

Dit staat in artikel 7.15, lid 1, van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Deze regels gelden ook wanneer voor het bouwen geen omgevingsvergunning nodig, zoals bijvoorbeeld bij onderhoudswerkzaamheden. Meer over omgevingsveiligheid leest u op iplo.nl.

Bij het bouwen van een gebouw houdt de uitvoerder van de werkzaamheden een veiligheidsafstand aan (artikel 7.15, lid 2 Bbl). De veiligheidsafstand is afhankelijk van de hoogte van het te bouwen gebouw.

Lees meer over het bepalen van de veiligheidsafstand in paragraaf 6.2 van de Richtlijn Bouw- en sloopveiligheid. De gemeente Nissewaard heeft deze richtlijn vastgesteld als beleid.

De veiligheidsafstanden kunnen leiden tot het (gedeeltelijk) afsluiten van trottoirs, fietspaden, wegen of openbaarvervoerslijnen in de nabije omgeving van het bouwterrein. Hiervoor kan een vergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening (artikel 2.10) en óf verkeersmaatregelen nodig zijn. Voor werkzaamheden nabij de metrobaan gelden specifieke regels.Lees meer hierover op de website van MRDH.

Hinder

Er kan tijdens de werkzaamheden overlast voor de omgeving ontstaan. Bedenk of uw plan op een andere wijze kan worden uitgevoerd, zodat geen onnodige voor uw omgeving hinder ontstaat. Informeer de omgeving daarom vooraf over de plannen en werkzaamheden, dat voorkomt onnodige problemen.

In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) staan regels over de mate van hinder die bouw- en sloopwerkzaamheden mogen veroorzaken.

Ervaart u hinder?

Meldt het eerst bij de bouwer en ga in gesprek. De bouwer kan dan naar u luisteren en met u overleggen over oplossingen.

Geschillen tussen burgers en bedrijven vallen onder het privaatrecht (burenrecht).

Voor het slopen van (een gedeelte van) een gebouw heeft u soms toestemming nodig. U meldt dit wanneer er bij de sloopwerkzaamheden meer dan 10m3 (kuub) sloopafval ontstaat en óf als er asbesthoudende materialen worden verwijderd. U kunt een melding (met bijlagen) maken via het Omgevingsloket. Aan een melding zijn geen kosten verbonden.

De DCMR behandelt als eerste de sloopmelding. Lees over asbest meer op dcmr.nl/asbest-verwijderen.