Overlijden doorgeven
Als er iemand overlijdt in Nederland, moet dit worden doorgegeven aan de gemeente waarin de persoon is overleden. Vaak is dit iets wat de begrafenisondernemer voor je doet. In Nederland moet een overledene binnen zes werkdagen na het overlijden begraven of gecremeerd worden. Hiervoor moet de ambtenaar van de burgerlijke stand altijd toestemming geven.
Wil je het overlijden online doorgeven? Dat kan alleen als je een begrafenisondernemer bent. Dat komt omdat je e-Herkenning niveau 2 nodig hebt hiervoor.
Meestal regelt de begrafenisondernemer de aangifte overlijden bij de gemeente. Een familielid of vriend of kennis van de overledene mag ook zelf de aangifte van overlijden doen. Hiervoor maak je een afspraak(Verwijst naar een externe website) bij de gemeente. Tijdens de afspraak neem je deze documenten mee:
- een geldig legitimatiebewijs, zoals paspoort, rijbewijs, Nederlandse identiteitskaart of een verblijfsvergunning;
- de doktersverklaring van het overlijden. Dit noemen ze soms ook een A-verklaring.
BRP staat voor Basisregistratie Personen en is een overzicht van alle personen in een gemeente. Het overlijden van een persoon moet worden doorgevoerd in dit overzicht van de gemeente waarin de overleden persoon woonde. Door het verwerken van het overlijden in het BRP krijgen allerlei instanties van de overheid een bericht over het overlijden. Welke instanties dit precies zijn, verschilt per persoon. Overheidsinstanties zoals de Belastingdienst en de Sociale Verzekeringsbank krijgen automatisch een bericht, net zoals het pensioenfonds.
Banken en verzekeringen krijgen geen bericht van de gemeente. Dit moet je als nabestaande zelf doorgeven.
Zie voor meer informatie rijksoverheid.nl(Verwijst naar een externe website).
Als een inwoner van Nissewaard in het buitenland overlijdt, moet je dit doorgeven aan de gemeente. Ook in dit geval lever je een overlijdensakte in. Het kan zijn dat de gemeente je vraagt om een legalisatie of een apostillestempel. Een apostillestempel is een stempel van de rechtbank. Dat is afhankelijk van het land waar de persoon is overleden.
Is de overlijdensakte niet in het Nederlands? Maar misschien in het Duits, Engels, Spaans of Frans? Dan is het belangrijk dat je de akte laat vertalen naar het Nederlands. Hiervoor vraag je een beëdigd tolk of vertaler. Je kunt ook proberen een internationale akte te krijgen in het land van overlijden.
Lees meer over Legalisatie buitenlandse documenten rijksoverheid.nl(Verwijst naar een externe website).
Is je kindje stil geboren, dan moet je binnen zes werkdagen aangifte doen bij de gemeente waar de bevalling plaatsvond. De moeder en de vader mogen aangifte doen. Maar je kunt ook vragen of het ziekenhuis of de uitvaartverzorger het voor je doet.
Bij een levenloos geboren kindje wordt een ‘akte van een levenloos geboren kind’ opgemaakt. Deze akte wordt opgenomen in het overlijdensregister van de gemeente waar de geboorte plaatsvond.
Is het kind wel levend ter wereld gekomen maar is het binnen drie dagen alsnog overleden? Dan doe je als ouder aangifte van overlijden. Vraag daarvoor eerst een akte van geboorte aan en daarna ook een akte van overlijden.
Je mag ervoor kiezen om je kind te registreren in de BRP.
Kijk voor meer informatie op rijksoverheid.nl(Verwijst naar een externe website).