Klimaatburgemeester krijgt informatie over biodiversiteit

In gesprek met Geco Wilhelmus (directievoerder groen) wordt Ria bijgepraat over biodiversiteit. Om te beginnen legt hij uit wat biodiversiteit precies is: “Biodiversiteit is een verscheidenheid aan levensvormen van planten, flora en fauna, binnen een ecosysteem (dat is het gebied waarin deze levensvormen voorkomen). Als er te weinig verschillende soorten planten of bomen zijn, dan is dat nadelig voor bepaalde diersoorten of insecten. Zij kunnen dan geen of weinig voeding of onderkomen vinden. Een goede biodiversiteit zorgt voor een gezonde leefomgeving voor mens en dier en daarom is noodzakelijk voor ons voortbestaan.”

En dat gaat nu niet goed: wereldwijd worden een half tot 1 miljoen plant- en diersoorten met uitsterven bedreigd. Daarom hebben we een ecosysteem nodig dat zich beter kan aanpassen aan de klimaatverandering.

Oorzaak van verlies aan biodiversiteit

Het landschap in Nederland is op veel plekken verdroogd en verzuurd. Steeds meer tuinen zijn versteend, zo ook in Nissewaard: 62% van de tuinen is versteend. En dat heeft meer nadelen: in een stenen tuin kan het wel 5 graden warmer worden dan in een groene tuin. Groen geeft namelijk verkoeling.

Naast de verstening lijden insecten ook onder bestrijdingsmiddelen, overmatige bemesting en de uitstoot van stikstof. Ook exotische planten die oorspronkelijk niet uit Nederland komen, vormen een probleem. Planten zoals de Japanse Duizenknoop en de grote Berenklauw vermeerderen zich namelijk heel snel en nemen het ecosysteem over. Om dit te beheersen worden ze bestreden door ze niet in bloei te laten komen en het loof af te knippen.

Maaibeleid

Geco vertelt dat met het juiste maaibeleid de biodiversiteit ook groeit. Gazons worden ongeveer 23 x per jaar gemaaid tussen maart en november. Als het gazon vol staat met bloembollen, kan dat niet zomaar. Dan wordt er pas gemaaid als de bladeren afgestorven zijn, om zo betere bloei voor het jaar erna te stimuleren.

Een heel ander maaibeleid is er voor ruw gras. Ruw gras is lang gras, waarin diverse kruiden en bloemen groeien. Het komt voor in graslanden, op dijken en wegbermen. Het trekt insecten, vogels, kleine zoogdieren en bodemleven aan. Doordat hier veel dieren leven, wordt het in mei niet gemaaid ter bescherming van nesten, flora en fauna. Ruw gras wordt sowieso maar twee keer per jaar gemaaid. Na het maaien blijft het maaisel 10 dagen liggen, zodat zaden kunnen uitrijpen en insecten de tijd hebben om een andere omgeving te vinden. Ook komen er nu minder voedingsstoffen en stikstof in de grond. Hierdoor krijgen bloemen en kruiden meer kans om te groeien en ontstaat er meer diversiteit. Op plekken waar het gevaarlijk wordt als de begroeiing te hoog is, wordt er wel vaker gemaaid; zo worden zichthoeken en stroken langs de wegen en dijken viermaal per jaar gemaaid.

Hetzelfde maaibeleid ligt er voor bloemrijk grasland (grassen en (ingezaaide) meerjarige bloemen). Bijvoorbeeld langs de Baljuwlaan zijn diverse stukken bloemrijk grasland te vinden. Het geeft een kleurrijk beeld en draagt bij aan de biodiversiteit.

Om de natuur minder te vervuilen, wordt er ook nagedacht over de materialen waarmee er wordt gemaaid. De plastic maaidraden bij draagbare bosmaaiers worden vervangen door biologisch afbreekbare draden.

Er is veel veranderd in het beleid van de gemeente, dat nu gericht is op het bevorderen van de biodiversiteit. Vroeger was er namelijk een ander beleid: er werden dezelfde hagen of bomen in een laan geplant (monocultuur). Ontwerpen werden vaak 15 jaar van tevoren gemaakt en gaven een eenzijdig straatbeeld. Ook had het nog een ander groot nadeel: als er een bepaalde ziekte uitbrak, bijvoorbeeld de Essentak- of iepziekte, dan konden alle bomen in de straat besmet raken.

De inzichten veranderen mettertijd

Tegenwoordig worden er verschillende bomen in een straat geplant. Ook worden er tegels gewipt en vervangen door planten om de gemeente te vergroenen. De verschillende bloeiende planten die geplant worden, trekken bijen en vlinders aan.

En de diverse beweging gaat verder: ook de randen van akkervelden van boeren worden nu ingezaaid met bloemenmengsels. En bij de aanleg van nieuwe woonwijken wordt er ook rekening gehouden met biodiversiteit. Verder zijn heeft de gemeente door heel Nissewaard bijenhotels geplaatst om bijen, insecten en vlinders een rustplaats te geven.

Ook is er binnen de gemeente een samenwerking tussen het waterschap en stadsbeheer (groen). Daarmee werden er donderdag 15 juni jongstleden in 194 bomen de larven van lieveheersbeestjes opgehangen tegen de luizenoverlast. Deze larven eten wel 100 luizen per dag.